woensdag 3 september 2014

De Westhoek

De West-fluts, zo wordt in de familie mijn geboortestreek genoemd.,  Niet denigrerend bedoeld, want dat komt uit de mond van het West-Vlaamse deel van de familie zelf. Wat niet abnormaal is, want wat zo mooi is aan de West-Vlamingen is dat ze, naast het feit dat werkwoord'n nooit volledig uitgesprok'n word'n en ze daardoor meer energie overhoud'n voor het werk zelf ('t zin wèrkers hé), ook een hoge mate aan zelfspot hebben.

Maar goed - ik weid uit blijkbaar. Want ik wou gewoon zeggen dat we de vakantie afgerond hebben in de mooie streek rond Poperinge. Ge weet wel - op een boogscheut van Bachten de Kupe.


't Vrouwke had weer een knap huizeke gevonden - met de nadruk op -ke, want groot was het niet. En dan vooral in de hoogte (Lang uitgevallen mensen - bvb. Nederlanders - krijgen hier geheid rugpijn van het gebukt lopen). Het huizeke, of beter - 't uzje - ligt verstopt achter een bos en is omringd door akkers. Rust gegarandeerd!


We hadden de fietsen meegedaan, want de Westhoek is prachtig fietsgebied. Niet dat het fietsknopennetwerk er zoals in "de Limburg" in veel gevallen over echte fietspaden uitgestippeld is, maar de wegen zijn er voldoende klein en rustig. En je rijdt er onder een veel te groot lijkende hemel.

 
We maakten er een prachtige fietstocht die de IJzer stroomafwaarts volgt, vertrekkende in Roesbrugge, niet ver van de Franse grens.
Het oorspronkelijke plan was er vanaf daar de IJzer te volgen op het jaagpad, maar in Roesbrugge zagen we dat het jaagpad er verboden is voor alles behalve wandelaars. Dus volgden we het fietsknooppuntennetwerk langs Stavele tot Elzendamme waar we het jaagpad konden oppikken.

 
Van Elzendamme ging het naar het prachtige plaatsje Fintele. Daar wilden we een ijsje en pannekoek maar we vonden dat we eerst nog wat verderop richting Pollinkhove moesten fietsen, tot we een zicht hadden op de Machuitmolen.

We volgden dus de knooppunten 69, 71, 62 (Stavele), 61, 60 (Elzendamme), 59 5Fintele) en een stukje richting 55 (Pollinkhove). Maar op de terugweg kozen we er voor om vanaf Elzendamme niet het knooppuntennetwerk, maar verder het jaagpad langs de IJzer tot aan het Hof Van Commerce (een aanrader!) te volgen. Daar draaiden we af richting Stavele.

 
Van die terugtocht heb ik niet veel beelden, want we werden onderweg overvallen door een fikse stortbui. Na enkele minuten waren we al door en doornat en stonden we onder een knotwilg te rillen tot het over was. Onder al dat geweld kon ik niet anders dan denken aan dat éne lied van Jacques Brel - Mijn Vlakke Land.



 Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen
En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen
 Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt
 En over dijk en duin de grijze nevel valt
Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn
En natte westenwinden gieren van venijn
Dan vecht mijn land, mijn vlakke land

Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken
Op dak en torenspits van hemelhoge kerken
Die in dit vlakke land de enige bergen zijn
Wanneer onder de wolken mensen dwergen zijn
Wanneer de dagen gaan in domme regelmaat
En bolle oostenwind het land nog vlakker slaat
Dan wacht mijn land, mijn vlakke land

Wanneer de lage lucht vlak over 't water scheert
Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert
Wanneer de lage lucht er grijs als leisteen is
Wanneer de lage lucht er vaal als keileem is
Wanneer de noordenwind de vlakte vierendeelt
Wanneer de noordenwind er onze adem steelt
Dan kraakt mijn land, mijn vlakke land

Wanneer de Schelde blinkt in zuidelijke zon
En elke Vlaamse vrouw flaneert in zon-japon
Wanneer de eerste spin zijn lentewebben weeft
Of dampende het veld in juli-zonlicht beeft
Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan
Wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan
 Dan juicht mijn land, mijn vlakke land



zondag 27 juli 2014

Terug van weggeweest

Voila - terug van weggeweest.

De Ferry's in de haven van Rosslare

Een stoutmoedige juveniele Spreeuw op het strand van Rosslare

Zo'n Ferry reis dat is toch een beetje saai. Tijdens de heenreis hield het ontdekken van het schip zelf ons wat bezig, maar als je dat al eens gezien hebt blijft er weinig over. Een tip: genoeg leesvoer en/of gezelschapspelletjes meenemen.


Gelukkig zijn er nog dolfijnen of walvissen om naar uit te kijken, en passeren er veel zeevogels, waaronder een hoop Jan-Van-Genten. Zouden dat die van Little Skellig zijn?


Aankomst in Cherbourg

vrijdag 25 juli 2014

The Gap of Dunloe en Black Valley

De laatste dag van de vakantie wilden we niet spenderen aan inpakken en inladen. Het inpakken hadden we grotendeels gisterenavond al gedaan en het inladen zou wel snel gaan. Want bij de terugkeer naar huis gaat dat allemaal veel vlotter. Je moet niet kiezen wat wel en wat niet mee gaat. Nee – gewoon alles wat van ons is, moet mee.


Turfputten onderweg naar de Black Valley

Daardoor konden we vandaag nog op uitstap. Er was nog één plek in de buurt waar we nog niet geweest waren, en dat nog op het lijstje stond. De Gap of Dunloe. 
De Gap of Dunloe is een smalle en lange pas aan de westzijde van het nationaal park van Killarney. Je steekt er noord-zuid de centrale bergketen door.

We hadden al gehoord dat de smalle kronkelige weg een attractie is voor toeristen. Je kan in Killarney met een koetsje mee die dan helemaal door de Gap rijdt en terugkeert richting Killarney tot aan Lord Brandon's cottage. En van daar weer terug.

Je kan de Gap ook zelf met de wagen doen, maar dan moet je dat aan koetsjes snelheid doen want je rijdt er gewoon tussen. En dan ook de verwensingen van de koetsiers voor lief bij nemen. Want zij beschouwen de doortocht van de Gap als hun ding en willen er het liefst geen automobielen zien. Kan ik begrijpen maar de Ieren die er dicht bij wonen zijn daar niet gelukkig mee. Ook zij hebben last van het feit dat de Gap ingepalmd wordt. Als je van noord naar zuid wil houden de koetsiers je gewoon tegen. Van zuid naar noord hebben ze er minder vat op. En dat was de kant van waar wij kwamen.

We hadden gehoopt er een lege koets te kunnen nemen om ook de doortocht op die manier te doen maar we hadden geen geluk. Er waren geen koetsjes die leeg terugreden omdat de toeristen er bij er bij Lord Brandon's cottage uitgestapt waren. Iedereen ging heen en weer. Maar de locals vertelden ons dat we moesten wachten tot na vier uur. Dan waren alle koetsen weer weg.



Dus bezochten we eerst nog Black Valley alvorens naar boven te rijden. In Black Valley bleven we wat spelen aan het water van de rivier. We vonden er een mooie plek waar het water via een stroomversnelling van één deel van Cummeenduff lough naar een lager deel stroomde.






Black valley was prachtig, maar eigenlijk vond ik de Gap of Dunloe wat tegenvallen. Misschien waren onze verwachtingen te hoog geworden door het wachten op toegang. 

Boven op de pas was er een vreemde plek. Een bassin stond er relatief droog te wezen en zag er raar uit met het gazonachtige groen en de contrasterende zwarte rotsen. Eigenlijk vond ik de Ballaghbeama Gap die we enkele dagen geleden deden, veel mooier. Maar er waren wel heel leuke echo's.






donderdag 24 juli 2014

Ewe

Gisteren waren we op weg naar Glengarrif een intrigerende site gepasseerd. Ewe gardens afficheert zichzelf met een aantal door lange takken gemaakte figuren die langs de weg opgesteld staan en ons uit nieuwsgierigheid naar binnen lokten.


The Ewe experience is, zoals de naam al aangeeft - een leuke ervaring. In een bosrijke en natuurlijke omgeving met bergbeekje bouwden de eigenaars een interactieve kunsttentoonstelling uit.

De kunst die je er ziet is heel speels en voor het grootste deel gemaakt van natuurlijke materialen uit de omgeving of gerecycleerde zaken. Ik was het meest gecharmeerd door de opstellingen langs de beek/waterval en Vrouwke vond de spookachtige poppetjes uit melkflessen het mooist.

De kunstenares en haar man wonen er ook, in een passief huis voorzien van zonne energie en energie van de waterval. Ze trachten zo veel als mogelijk te leven op een voor onze planeet duurzame manier en ze dragen deze gedachte ook uit via de tentoonstelling. Een aanrader voor als je daar in de buurt bent!






Na ons bezoekje aan de Ewe garden reden we nog even door naar Glengarriff, op zoek naar een terrasje. Nu hadden we beter toch in Ewe een ijsje genuttigd, want we hadden moeite dat in Glengarriff te vinden.


In het haventje genoten we nog wat van de bedrijvigheid van de lokale oesterkwekers en het gedobber van de bootjes op de kalme baai.



We zijn duidelijk aan het uitbollen - zo'n kalm kuierdagje zeg. Morgen de laatste dag alvorens we terugreizen.

woensdag 23 juli 2014

Het bergtopgevoel

Vandaag trokken we weer naar Béara, richting Glengarrif om er een deel van de Béara Way te bewandelen.


We lieten onze wagen achter in Coomerkane, aan een kruising van wegen en de rivier. Het eerste deel van het wandelpad was breed en steil en ruwweg, zonder veel omhaal door een graafmachine in de flank van de berg uitgeschraapt. Soms gewoon recht omhoog. Niet echt een mooi voorbeeld van hoe je een bergpad aanlegt. Ook hogerop bleef het pad soms op een wonde in het landschap lijken. Blijkbaar heeft men het nodig geacht om een dikke halve meter veen weg te schrapen tot op de rotsen. Goed - de wandeling was daardoor minder sjompig maar ik heb toch mijn bedenkingen. Het kan toch echt anders.


Het doel was een pas naast Sugarloaf mountain. Helemaal links (hieronder) zie je in de verte het pad slingeren naar het eindpunt van de wandeling.


Vermits je al van haast in het begin zag waar we naar toe moesten en hoe ver dat wel was, moest ik af en toe eens de moraal opkrikken. Wat daarbij handig was, was dat we aan het begin van de wandeling voorbijgestoken waren door een wandelgroepje van net geen twintig man, waaronder veel jongelui. Ik moest maar zeggen "we gaan ons toch niet laten doen door die mannen op hun basketsloefkes zeker?", en ons kleine groepje schoot weer vooruit.


Naar de pas was inderdaad een hele afstand. Met op het eind nog een steile klim. Maar je wordt, zoals meestal in de bergen, beloond voor je inspanningen.

Terugkijkend vanop de pas heb je een grandioos zicht. Rechts de flank van Sugarloaf mountain en de baai van Glengarriff. Links Lough Derreenadavodia en de vallei waar onze wandeling begon ... "Oei moeten we zo ver terug?"


Na een uitgebreide middagrust kreeg ik het Vrouwke en Dochter energiek genoeg om van de pas toch even de kleine extra klim te doen naar één van de nabije toppen.

Zicht op Bantry bay

Daar werden we overvallen door een waar bergtopgevoel. Lang geleden dat ik dat nog eens meemaakte! Wat is dat toch met die bergtoppen, dat je er zo'n euforisch gevoel krijgt? Aan zuurstofgebrek zal het niet liggen, want we zaten op amper 560m. Ik wijt het aan de combinatie van de geleverde inspanning en het idee dat je niet hoger kan dan dat. De hele wereld ligt aan je voeten, en alles blijkt nietig en klein te zijn.

Dus (over)haalden we Zoon toch naar boven, want die had die dag precies een opkikker nodig, en zo'n bergtopgevoel is een goede tegenzet tegen landerigheid.



Daar boven, op de top was een allerfotogeniekst veenplasje tussen de rotsen.

En dochter vond de top nog niet hoog genoeg, dus bouwde ze er nog een klein stukje bij met wat stenen en kiezels. Als ik niet beter wist zou je denken dat ze geïnspireerd was door "The Englishman who went up a hill but came down a mountain".



Want wellicht stonden we niet echt op een berg. Op de Ordnance Survey kaarten van Ierland zie je in de rand een verwijzing naar de Mountain Views Hillwalking Community die de status van de bergen bepaalt. En daar zijn blijkbaar ook weer strikte regels voor. En dat heeft niet alleen met de hoogte te maken, maar ook of er een spitse top op staat die duidelijk boven de rest van de "berg" uitsteekt.

Dus wij konden terug naar beneden met het prettige gevoel een berg gecreeërd te hebben. Wie deed dat al eens op vakantie?