zondag 27 juli 2014

Terug van weggeweest

Voila - terug van weggeweest.

De Ferry's in de haven van Rosslare

Een stoutmoedige juveniele Spreeuw op het strand van Rosslare

Zo'n Ferry reis dat is toch een beetje saai. Tijdens de heenreis hield het ontdekken van het schip zelf ons wat bezig, maar als je dat al eens gezien hebt blijft er weinig over. Een tip: genoeg leesvoer en/of gezelschapspelletjes meenemen.


Gelukkig zijn er nog dolfijnen of walvissen om naar uit te kijken, en passeren er veel zeevogels, waaronder een hoop Jan-Van-Genten. Zouden dat die van Little Skellig zijn?


Aankomst in Cherbourg

vrijdag 25 juli 2014

The Gap of Dunloe en Black Valley

De laatste dag van de vakantie wilden we niet spenderen aan inpakken en inladen. Het inpakken hadden we grotendeels gisterenavond al gedaan en het inladen zou wel snel gaan. Want bij de terugkeer naar huis gaat dat allemaal veel vlotter. Je moet niet kiezen wat wel en wat niet mee gaat. Nee – gewoon alles wat van ons is, moet mee.


Turfputten onderweg naar de Black Valley

Daardoor konden we vandaag nog op uitstap. Er was nog één plek in de buurt waar we nog niet geweest waren, en dat nog op het lijstje stond. De Gap of Dunloe. 
De Gap of Dunloe is een smalle en lange pas aan de westzijde van het nationaal park van Killarney. Je steekt er noord-zuid de centrale bergketen door.

We hadden al gehoord dat de smalle kronkelige weg een attractie is voor toeristen. Je kan in Killarney met een koetsje mee die dan helemaal door de Gap rijdt en terugkeert richting Killarney tot aan Lord Brandon's cottage. En van daar weer terug.

Je kan de Gap ook zelf met de wagen doen, maar dan moet je dat aan koetsjes snelheid doen want je rijdt er gewoon tussen. En dan ook de verwensingen van de koetsiers voor lief bij nemen. Want zij beschouwen de doortocht van de Gap als hun ding en willen er het liefst geen automobielen zien. Kan ik begrijpen maar de Ieren die er dicht bij wonen zijn daar niet gelukkig mee. Ook zij hebben last van het feit dat de Gap ingepalmd wordt. Als je van noord naar zuid wil houden de koetsiers je gewoon tegen. Van zuid naar noord hebben ze er minder vat op. En dat was de kant van waar wij kwamen.

We hadden gehoopt er een lege koets te kunnen nemen om ook de doortocht op die manier te doen maar we hadden geen geluk. Er waren geen koetsjes die leeg terugreden omdat de toeristen er bij er bij Lord Brandon's cottage uitgestapt waren. Iedereen ging heen en weer. Maar de locals vertelden ons dat we moesten wachten tot na vier uur. Dan waren alle koetsen weer weg.



Dus bezochten we eerst nog Black Valley alvorens naar boven te rijden. In Black Valley bleven we wat spelen aan het water van de rivier. We vonden er een mooie plek waar het water via een stroomversnelling van één deel van Cummeenduff lough naar een lager deel stroomde.






Black valley was prachtig, maar eigenlijk vond ik de Gap of Dunloe wat tegenvallen. Misschien waren onze verwachtingen te hoog geworden door het wachten op toegang. 

Boven op de pas was er een vreemde plek. Een bassin stond er relatief droog te wezen en zag er raar uit met het gazonachtige groen en de contrasterende zwarte rotsen. Eigenlijk vond ik de Ballaghbeama Gap die we enkele dagen geleden deden, veel mooier. Maar er waren wel heel leuke echo's.






donderdag 24 juli 2014

Ewe

Gisteren waren we op weg naar Glengarrif een intrigerende site gepasseerd. Ewe gardens afficheert zichzelf met een aantal door lange takken gemaakte figuren die langs de weg opgesteld staan en ons uit nieuwsgierigheid naar binnen lokten.


The Ewe experience is, zoals de naam al aangeeft - een leuke ervaring. In een bosrijke en natuurlijke omgeving met bergbeekje bouwden de eigenaars een interactieve kunsttentoonstelling uit.

De kunst die je er ziet is heel speels en voor het grootste deel gemaakt van natuurlijke materialen uit de omgeving of gerecycleerde zaken. Ik was het meest gecharmeerd door de opstellingen langs de beek/waterval en Vrouwke vond de spookachtige poppetjes uit melkflessen het mooist.

De kunstenares en haar man wonen er ook, in een passief huis voorzien van zonne energie en energie van de waterval. Ze trachten zo veel als mogelijk te leven op een voor onze planeet duurzame manier en ze dragen deze gedachte ook uit via de tentoonstelling. Een aanrader voor als je daar in de buurt bent!






Na ons bezoekje aan de Ewe garden reden we nog even door naar Glengarriff, op zoek naar een terrasje. Nu hadden we beter toch in Ewe een ijsje genuttigd, want we hadden moeite dat in Glengarriff te vinden.


In het haventje genoten we nog wat van de bedrijvigheid van de lokale oesterkwekers en het gedobber van de bootjes op de kalme baai.



We zijn duidelijk aan het uitbollen - zo'n kalm kuierdagje zeg. Morgen de laatste dag alvorens we terugreizen.

woensdag 23 juli 2014

Het bergtopgevoel

Vandaag trokken we weer naar Béara, richting Glengarrif om er een deel van de Béara Way te bewandelen.


We lieten onze wagen achter in Coomerkane, aan een kruising van wegen en de rivier. Het eerste deel van het wandelpad was breed en steil en ruwweg, zonder veel omhaal door een graafmachine in de flank van de berg uitgeschraapt. Soms gewoon recht omhoog. Niet echt een mooi voorbeeld van hoe je een bergpad aanlegt. Ook hogerop bleef het pad soms op een wonde in het landschap lijken. Blijkbaar heeft men het nodig geacht om een dikke halve meter veen weg te schrapen tot op de rotsen. Goed - de wandeling was daardoor minder sjompig maar ik heb toch mijn bedenkingen. Het kan toch echt anders.


Het doel was een pas naast Sugarloaf mountain. Helemaal links (hieronder) zie je in de verte het pad slingeren naar het eindpunt van de wandeling.


Vermits je al van haast in het begin zag waar we naar toe moesten en hoe ver dat wel was, moest ik af en toe eens de moraal opkrikken. Wat daarbij handig was, was dat we aan het begin van de wandeling voorbijgestoken waren door een wandelgroepje van net geen twintig man, waaronder veel jongelui. Ik moest maar zeggen "we gaan ons toch niet laten doen door die mannen op hun basketsloefkes zeker?", en ons kleine groepje schoot weer vooruit.


Naar de pas was inderdaad een hele afstand. Met op het eind nog een steile klim. Maar je wordt, zoals meestal in de bergen, beloond voor je inspanningen.

Terugkijkend vanop de pas heb je een grandioos zicht. Rechts de flank van Sugarloaf mountain en de baai van Glengarriff. Links Lough Derreenadavodia en de vallei waar onze wandeling begon ... "Oei moeten we zo ver terug?"


Na een uitgebreide middagrust kreeg ik het Vrouwke en Dochter energiek genoeg om van de pas toch even de kleine extra klim te doen naar één van de nabije toppen.

Zicht op Bantry bay

Daar werden we overvallen door een waar bergtopgevoel. Lang geleden dat ik dat nog eens meemaakte! Wat is dat toch met die bergtoppen, dat je er zo'n euforisch gevoel krijgt? Aan zuurstofgebrek zal het niet liggen, want we zaten op amper 560m. Ik wijt het aan de combinatie van de geleverde inspanning en het idee dat je niet hoger kan dan dat. De hele wereld ligt aan je voeten, en alles blijkt nietig en klein te zijn.

Dus (over)haalden we Zoon toch naar boven, want die had die dag precies een opkikker nodig, en zo'n bergtopgevoel is een goede tegenzet tegen landerigheid.



Daar boven, op de top was een allerfotogeniekst veenplasje tussen de rotsen.

En dochter vond de top nog niet hoog genoeg, dus bouwde ze er nog een klein stukje bij met wat stenen en kiezels. Als ik niet beter wist zou je denken dat ze geïnspireerd was door "The Englishman who went up a hill but came down a mountain".



Want wellicht stonden we niet echt op een berg. Op de Ordnance Survey kaarten van Ierland zie je in de rand een verwijzing naar de Mountain Views Hillwalking Community die de status van de bergen bepaalt. En daar zijn blijkbaar ook weer strikte regels voor. En dat heeft niet alleen met de hoogte te maken, maar ook of er een spitse top op staat die duidelijk boven de rest van de "berg" uitsteekt.

Dus wij konden terug naar beneden met het prettige gevoel een berg gecreeërd te hebben. Wie deed dat al eens op vakantie?


dinsdag 22 juli 2014

To Skellig or not to Skellig ...


Valentia island. De naam alleen al heeft iets. Valentia island is geen echt eiland, maar een kleiner schiereilandje aan een groot schiereiland (Iveragh). En bekend voor de mooie zichten en rotskusten. 

Je kan er op twee manieren op. Ofwel neem je de brug bij Portmagee, ofwel rij je de veerpont op bij Knight's Town. Natuurlijk wilden wij beide en de keuze viel op eerst met de ferry, en er weer af via de brug.




Eigenlijk hadden we niet zoveel tijd meer op Valentia island zelf, want we waren onderweg al blijven picknicken op het strand van Derrynane bay en natuurlijk stoppen bij allerhande mooie zichten. Op Valentia island gingen we dus voor enkele klassieke aantrekkingspunten zoals de Tetrapod trackway , Geokaun mountain en Skellig experience.




Tetrapod trackway is naar verluidt het spoor van de eerste viervoeter die op land rondkroop. Je kan dat "eerste" natuurlijk met een korrel zout, of voor mijn part met een zak zout nemen, maar ik vond het toch leuk om te zien. Je ziet mooi de voetstappen die het dier ooit in de prehistorische modder naliet, inclusief sleepsporen van zijn staart.




We lieten ons daarna vangen aan een richtingaanwijzer "grotto", waarmee je aan een leisteengroeve komt. Maar het "grotto-deel" verwees eigenlijk naar een lourdes-grot aan de ingang van de groeve. Niet de mooiste grot, maar het zicht vanaf daar naar de overkant van het water, richting Doulus head en Beginish island was heel zeker de moeite!





Daarna reden we naar de hoogste top op Valentia island: Geokaun hill (266m). Daar moest je betalen om via een allerlelijkste en steile weg naar de top te mogen rijden. In normale omstandigheden zouden we zo'n heuvel opgeklommen zijn, maar we hadden weinig tijd. 




Zicht op het noordelijke schiereiland van Kerry: Dingle

Van op Geokaun hill heb je een fantastisch zicht op Doulus Bay, Valencia harbour, Beginish island en in de verte het stadje Cahersiveen. In het midden de vuurtoren van Fort point.




En er is ook een Bellevue waar je een spectaculaire kijk hebt op de Fogher cliffs.




Aan de andere kant kijk je uit naar Portmagee en de brug naar het vasteland Iveragh.




Vooraan rechts van de brug zie je enkele grijze lage gebouwen. Dat is de site van Skellig experience. Daar kan je een tentoonstelling zien over Skellig Michael. Als je goed kijkt zie je er ook een aanlegsteiger met bootjes.


Skellig Michael zijn twee rotsachtige eilanden zo'n twaalf kilometer voor de kust van Kerry: Great Skellig en Little Skellig. Ze zijn wereldberoemd wegens de populatie Papegaaiduikers en de gigantische populatie Jan-van-Genten op Little Skellig. 

Maar Skellig is nog het meest bekend omdat het wellicht de meest krankzinnige plek ter wereld is waar men ooit een klooster gebouwd heeft. Van de zesde tot de twaalfde eeuw was de plek bewoond door een twaalftal monniken. Hoe ze er overleefden is me nog steeds een raadsel, alhoewel het in de tentoonstelling uit de doeken werd gedaan.

Het klooster staat er nog steeds en is Unesco werelderfgoed. Je kan het bezoeken, maar de tocht er naartoe is een bezoeking. Toch voor wie een anderhalf uur durende tocht in een klein bootje niet ziet zitten.

Om eerlijk te zijn had ik al een overtocht geboekt - voor morgen, maar na het zien van de kleine bootjes die naar Skellig varen, en het filmpje in de tentoonstelling, zagen de overige leden van mijn gezinnetje het absoluut niet meer zitten. Ik moest dus noodgedwongen weer afzeggen en toen ik de schipper belde hoorde ik gelijk een storm op de achtergrond. Hmm - Skellig is grellig!

Als je een idee wilt hebben van wat de overtocht en het aanmeren op Skellig betekent dan bekijk je maar eens deze twee heel korte filmpjes:






Om op Skellig aan te meren worden elk jaar dertien licenties toegekend aan zeelui die elke dag (indien mogelijk) een overtocht naar Skellig mogen uitvoeren. Het aantal personen dat gelijktijdig op Skellig aanwezig mag zijn is ook beperkt - ik dacht zo'n honderd vijftig. Elk bootje mag maximaal twaalf personen vervoeren.

En als het bootje je dan afgezet heeft op Great Skellig, dan wacht je een klim van honderden treden over een kronkelige trap tot aan de kloostersite. Wat men allemaal niet deed om "dichter bij God" te zijn ...

Ik kan dus helaas geen foto's tonen van Skellig zelf, maar ik zou je aanraden even "Skellig Michael monastery" te googlen op google afbeeldingen, en even met mij weg te dromen ...